350 jaar verzet
In 2014, onder andere ter viering van het 350 jarig bestaan, treedt OVES INOBSEQUENTES voor het eerst sinds de beweging in de jaren ’40 verboden werd in de openbaarheid. Dit op initiatief van de zittende Kunstbanheer A. J. Maatheger Deswils.

De Kunstbanheer kiest hierbij doelbewust voor het Stedelijk Museum te Zwolle als platform voor de beweging. De eerste Kunstbanheer, Gerard ter Borch, was een Zwollenaar, reden te meer om de openbaring van de beweging in de Overijsselse hoofdstad te laten plaatshebben.
Kritiek
A.J. Maatheger Deswils stuitte op veel kritiek, juist in eigen achterban, toen hij kenbaar maakte het voortbestaan van OVES INOBSEQUENTES aan het licht te brengen in het Zwolse Stedelijk Museum.
In de loop van 2013 ontwikkelde zich binnen de beweging een hevige strijd om het aftreden van de zittende Kunstbanheer. Een aantal leden stapte op, aangezien zij geen stem bleken te hebben in de beslissing van de onwrikbare Maatheger Deswils het bestaan van de beweging prijs te geven. Sindsdien wordt de Kunstbanheer regelmatig bedreigd en zwaar beveiligd.
Toch krijgt Maatheger Deswils ook veel steun, zowel van zijn kring getrouwen binnen de beweging als van beeldend kunstenaars daar buiten. Ook de tijdsgeest is een voordeel. In politiek Den Haag, op social media en op straat valt een heropleving van radicale sentimenten te ontdekken. Dit maakt het voor extremistische bewegingen in Nederland opnieuw mogelijk rabiate beginselen uit te dragen.
Vrijheid van meningsuiting
Volgens Kunstbanheer Maatheger Deswils is de Nederlandse burger afhankelijk van de medeburger en slaaf van het systeem. Daarmee is het idee dat hij of zij volledige vrijheid van meningsuiting heeft ridicuul. In zijn inauguratietoespraak herinnerde de Kunstbanheer aan het feit dat dit recht altijd voorbehouden is geweest aan de autonome beeldend kunstenaar. Het is, aldus Maatheger Deswils, evident dat de Nederlandse burger de verantwoordelijkheid die met volledige vrijheid van meningsuiting gepaard gaat niet dragen kan.